Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
Uw zoekterm komt voor in de titel en/of de kenmerken van deze archieftoegang.
Bij notarieel testament van 20 oktober 1899 verklaarde jonkvrouwe Anna Magdalena Laurentia van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh, dat er een stichting in het leven geroepen moest worden, die tot doel had het bouwen van vrijwoningen, welke gratis bewoond mochten worden door 'ongetrouwde burgerjuffrouwen' of weduwen zonder kinderen boven de 40 jaar, van protestantse oorsprong en onbesproken van gedrag.
Het bestuur werd in datzelfde jaar 1899 opgedragen aan de Utrechtse nota- ns Cornelis Arrien Andries Anton Benit. Toen deze in 1936 overleed en niet in zijn opvolging voorzien had werd wederom aan het testament gehoor gegeven en werd het College van Burgemeester en Wethouders van Utrecht bestuur- der van de Stichting. Voor de dagelijkse gang van zaken werd een rentmeester, meestal een ambtenaar ter secretarie, benoemd.
De Tullingh's Stichting beheert heden nog zes woningen, Haagstraat 20 tot 30, die verhuurd worden aan bejaarden.
De archivalia zijn op een niet meer te achterhalen datum overgedragen door de afdeling Comptabiliteit van de gemeente Utrecht aan de Gemeentelijke Archiefdienst. De omvang van deze stukken bedraagt 0,10 meter. Utrecht, februari 1982 J.A.C.Mathijssen