Archieven

Het Minderbroeders-klooster te Utrecht verkoopt aan het Wittevrouwenklooster aldaar voor eene som geld, gebruikt voor den bouw van den nieuwen reventer, vier jaarliiksche renten van 2 pond uit land bij Oudewulven, van 5 pond uit land in tWaell, van 3 Arnolds-guldens uit land op Themaet en van een paar [mettenboeten] uit veen in Westbroeck, welke renten aan het klooster worden uitgekeerd door de Buurkerk.

De elect Philips bericht aan het convent van het Wittevrouwenklooster te Utrecht, dat hij krachtens het recht van blijde inkomst jouffrouw Marguerite van Leeuwen voordraagt om opgenomen te worden in dit klooster.

Bisschop Fredericus verplaatst, op verzoek van het convent van het Wittevrouwenklooster te Utrecht, de viering van de wijding van dat klooster met de daarbij behoorende aflaten van Woensdag na Pinksteren naar Zondag na Pinksteren.

Bisschop Jan veroorlooft aan zekere "Thos"(?), non in het Wittevrouwenklooster te Utrecht, om, nu zij van het door haar met den klerk Nyeolaes Cussen begane misdrijf geabsolveerd is, hare rechten in het klooster te hernemen.