816 Nederlandse Hervormde gemeente te Utrecht, diaconie
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
816
Nederlandse Hervormde gemeente te Utrecht, diaconie
Na de Eerste Wereldoorlog ontstond er behoefte aan een tehuis voor personen "wier middelen voorheen voldoende waren voor een levenswijze overeenkomstig hun stand, doch thans daartoe ontoereikend zijn geworden". * Het huis Oudaen was voor deze categorie niet de aangewezen plaats, omdat deze "nieuwe armen" tot een andere stand behoorden dan de disgenoten van dat huis. Oudaen droeg in die tijd nog het stempel van armenhuis.
Inv.nr. 1467.
De regenten van het Oude Mannen-en Vrouwenhuis besloten het kapitaal van het fonds Finjé aan te wenden tot stichting van een rusthuis. Men achtte dit verantwoord omdat de bestemming van het nieuwe tehuis zeer verwant zou zijn aan dat van het Oude Mannen-en Vrouwenhuis.
Het Rusthuis aan de Biltstraat in 1924. Foto E.A. van Blitz en Zn. Topografisch-Historische Atlas, T.A. Biltstraat 423 (voorheen 135).
In april 1924 verkregen de regenten toestemming van de heren superintendenten en het College van Diakenen om tot aankoop over te gaan van het pand Biltstraat 135. Dit huis kon worden ingericht voor 18 personen.
In hun vergadering van 19 mei 1924 besloten de regenten dat het bestuur van het nieuwe tehuis zou worden gevoerd door henzelf (dus door het regentencollege van het Oude Mannen-en Vrouwenhuis).
Voor opname in het rusthuis kwamen in aanmerking personen van 50 jaar en ouder, die lidmaat waren van de N.H.K. en in Utrecht woonden. Zij betaalden een entreegeld van ƒ 50,= en een pensionprijs van ƒ 700,= tot ƒ 1000,= per jaar (in 1941: ƒ 750,= tot ƒ 1200,=). Voor alleenwonenden was een zitslaapkamer beschikbaar, gehuwden kregen een zitkamer en een slaapkamer. Aan het hoofd van het huis stond een directrice.
Eind 1927 werd het belendende perceel, Biltstraat 133, aangekocht en bij het rusthuis getrokken. Hierdoor konden een ruime eetzaal en conversatiezaal worden gecreeerd en kreeg het huis een grotere opnamecapaciteit.
In 1972 werden de pensiongasten van het rusthuis opgenomen in het huis Zuylenstede, het nieuwe bejaardencentrum van de Diaconie in Overvecht. De panden Biltstraat 133 en 135 (nu nrs. 397-423) werden verkocht.
Stichting tot exploitatie van het rusthuis "Welgelegen"
Hervormde stichting voor kerkelijke sociale arbeid te Utrecht (K.S.A.)
Rijndersstichting
Stichting tot verhuring van woningen aan minder gegoeden te Utrecht
Vrouwenvereniging ter bevordering van werkzaamheid en welstand in behoeftige huisgezinnen in de hervormde gemeente te Utrecht-Het Vrouwenfonds
Vereniging tot hulp van protestantse weduwen te Utrecht